[96] Gerrit Kouwenaar

Ik heb nooit

Ik heb nooit naar iets anders getracht dan dit:

het zacht maken van stenen
het vuur maken uit water
het regen maken uit dorst

ondertussen beet de kou mij
was de zon een dag vol wespen
was het brood zout of zoet
en de nacht zwart naar behoren
of wit van onwetendheid

soms verwarde ik mij met mijn schaduw
zoals men het woord met het woord kan verwarren
het karkas met het lichaam
vaak waren de dag en de nacht eender gekleurd
en zonder tranen, en doof

maar nooit iets anders dan dit:
het zacht maken van stenen
het vuur maken uit water
het regen maken uit dorst

het regent ik drink ik heb dorst.


Uit: Gerrit Kouwenaar: Gedichten 1948-1978. Amsterdam: Querido, 1982, p. 113.

=

totaal witte kamerLaten wij nog eenmaal de kamer wit maken
nog eenmaal de totaal witte kamer, jij, ik

dit zal geen tijd sparen, maar nog eenmaal
de kamer wit maken, nu, nooit meer later

en dat wij dan bijna het volmaakte napraten
alsof het gedrukt staat, witter dan leesbaar

dus nog eenmaal die kamer, de voor altijd totale
zoals wij er lagen, liggen, liggen blijven
witter dan, samen -

Uit: Gerrit Kouwenaar Totaal witte kamer. Amsterdam: Querido, 2002, p. 38.

=

De winter staat stil
Schrijf de winter staat stil, lees een dag zonder dood
spel de sneeuw als een kind, smelt de tijd
als een klok die zich spiegelt in ijs

het is ijskoud vandaag, dus vertaal wat men schrijft
in een klok die niet loopt, in het vlees
dat bestaat als sneeuw voor de zon

en schrijf hoe haar lichaam bestond en zich boog
gelenigd in vlees en keek achterom
in het oog van vandaag, en lees wat hier staat

de zon op de sneeuw, het kind in de slee
het dichtgewaaid spoor, de onleesbare dood


Uit: 'Een glas om te breken', 1998.

=

Het gedicht is eenzaam
Het gedicht is eenzaam
de mens is eenzaam
de gemeenschap het ordentlijk alfabet
de marcherende wereld de kreupele waarheid
die jankend neerligt en dagelijks
door de leugen wordt ingehaald
en getrakteerd op dorst

ik val langzaam uit mijn gedichten
zoals mijn lichaam zijn woorden afscheidt

er komt geen goud bij te pas
in zulke termen ben ik ondeugdelijk
voor de firma
onkoopbaar, onomkoopbaar
van weinig waarde

het vliegtuig dat opstijgt met een weemoedige
inhoud aan vernietiging
stort neer en mijn stilstaande witte schaduw
verbrandt

er blijft niets over dan het gat in de lucht
waar vogels zonder ophouden
in- en uitvliegen
en waar god niet doorkomt

Geen opmerkingen:

Bezoekers