[24] Eddy van Vliet



















(11 september 1942 – 5 oktober 2002)

Verliefd

Zo gaat het, zo ging het en zo zal het altijd gaan.
Afspreken in cafés op de sluitingsdag.
Aan de verkeerde zijde van bruggen staan.
Tussen duim en wijsvinger, als brandende as,
het fout begrepen telefoonnummer.
Parken te nat, hotels te vol, Parijs te ver.
Liefde als een veelvoud van vergissingen.

Onbeholpen woorden als zo-even op zak en
zoveel zin om, los van de wetten
van goede smaak en intellect, te schrijven
dat van de stad waar je elkaar voor het eerst zag,
een plattegrond bestaat, waarop een kus,
die het nauwelijks was, geregistreerd werd.

===



















Het wordt tijd

Het wordt tijd dat wij orde op zaken stellen.
De woede verzamelen. Een republiek voorspellen.
Een vlag ontwerpen naar Jackson Pollocks model.

Het wordt tijd dat wij de vette gans
van de zakelijkheid villen en samen met haar
de boswachters die hout en wild ruilen voor goud.

Het wordt tijd dat wij verloochenen wat aangeslibd is
en kiezen ons niet langer verlamt. Dat een vuist
de littekens in de handpalm vervangt.

Het wordt tijd dat wij prikkeldraad om ons heen zetten en
met rode letters op een groen vlak verkondigen: Ontoegankelijk.
Herstel van landschap. Een decennium is voorbij.

===

Eddy van Vliet (1942-2002), Gigantische dagen, een keuze uit de gedichten 1978-2001, De Bezige Bij, 2002, Amsterdam. Oorspronkelijk verschenen in De Morgen, 30 december 1989.

Geen opmerkingen:

Bezoekers