[52] Mark Boog


















(*24 september 1970, Utrecht)

Betreffende weekharigheid

Onze weekhartige metgezellen lieten wij achter,
hun snel vochtige ogen nog eenmaal inkijkend;

wij stegen op, de vleugels die ons aangroeiden
ten volle en in diepe ernst benuttend. Onder ons

het gerinkel van serviesgoed en het schuiven
van stoelen en tafel, niet langer ons beroerend –

niet langer jou beroerend, want ik viel terug.
Mijn mij wezensvreemde vleugels verdorden.

Omvangrijke zoutlagen in deze grond: de mijn
dient gebruikt. Ik, in weekhartig gezelschap, delf,

hak, in de onvolkomenheid het geluk zoekend.

===

Klikt u HIER voor de website van Mark Boog.

Geen opmerkingen:

Bezoekers